Een huilbaby, wat nu?
Baby’s huilen nu eenmaal, dat weten we allemaal. Maar als je baby heel veel huilt, kan dit voor jou als jonge ouder ontzettend zwaar zijn. Zeker als het maar niet lukt om je baby te troosten, wat je ook probeert. In dit artikel leggen we uit wanneer we spreken van een huilbaby en wat je kunt doen om hiermee om te gaan.
De regel van drie
Alle baby’s huilen wel eens. Maar hoeveel huilen is normaal en vanaf wanneer gebruiken we de term ‘huilbaby’? Om dit te bepalen gebruiken artsen de ‘regel van drie’: een kind wordt een huilbaby genoemd als het gedurende drie weken op minimaal drie dagen minstens drie uur per dag huilt, terwijl het verder gezond is. Ongeveer 10 tot 15 procent van de baby’s voldoet aan deze definitie. Ter vergelijking: gemiddeld huilen baby’s in de eerste weken 1 tot 1,5 uur per dag, met een piek rond de zes tot acht weken van ongeveer 2 tot 2,5 uur per dag. Daarna meet het huilen gewoonlijk weer af.
Hoe herken je een huilbaby?
Naast de medische definitie zijn er signalen die je als ouder kunt opmerken. Een huilbaby vertoont vaak meerdere van deze kenmerken, maar het is niet zo dat je kind alles hoeft te laten zien om een huilbaby te zijn. Omgekeerd is een baby met enkele van deze kenmerken niet per se een huilbaby.
- Het gehuil is vaak hard, hoog en aanhoudend en klinkt soms meer als krijsen.
- De toon van het huilen verandert weinig, waardoor het lastig is te horen of je kind honger heeft, moe is of iets anders wil.
- Troosten is moeilijk en het duurt lang voordat je baby kalmeert.
- Je baby lijkt soms last van het hoofd te hebben en zoekt steun door het hoofd tegen iets aan te drukken, zoals de bovenkant van het bedje of een spijl.
- Je baby schrikt snel, bijvoorbeeld van kleine geluiden, en begint daarna weer te huilen.
- Je kind beweegt veel en onrustig met armen en benen, waardoor inslapen lastig is.
- Het lichaampje van je baby voelt gespannen of overstrekt aan, soms in een duidelijke voorkeurshouding.
- Het buikje is vaak hard en gespannen.
Waarom huilt je baby zo veel?
De oorzaken van excessief huilen zijn vaak onduidelijk. Soms is er sprake van buikkrampjes, een onrijp darmstelsel of overprikkeling (baby’s kunnen gevoelig zijn voor geluid, licht of drukte). In zeldzame gevallen zit er een onderliggende medische oorzaak achter zoals reflux of een voedselallergie. Artsen sluiten eerst ernstige oorzaken uit voordat wordt gesproken over een huilbaby, vaak met behulp van een huildagboek.
Wat kun je doen?
Een huilbaby vraagt veel van jou als ouder. Naast spanning en slaaptekort kan het je ook behoorlijk onzeker maken. Helaas is er niet altijd een oplossing voor het huilen, maar de volgende tips kunnen soms helpen:
- Zorg voor ritme en een rustige omgeving, zodat je baby zo min mogelijk prikkels krijgt.
- Gebruik een draagzak en zorg voor huid-op-huidcontact: fysieke nabijheid helpt veel baby’s kalmeren.
- Gun jezelf adempauzes: vraag iemand anders om even op te passen, ook al is het maar een uurtje. Door voor jezelf te blijven zorgen, kun je de moeilijke momenten beter aan.
Ook al doe je als ouder nog zo je best: soms helpt niets. Onthoud dat dit niet betekent dat jij faalt als ouder en dat deze fase weer voorbij gaat. De meeste huilbaby’s groeien eruit rond de leeftijd van drie tot vier maanden. Hoe zwaar het nu ook voelt, er komt een moment dat je je zal verbazen dat het ooit zo was.
Waar vind je hulp en erkenning?
Maak je je zorgen over het vele huilen van je baby? Praat erover bij je huisarts of het consultatiebureau. De jeugdarts of verpleegkundige kan bekijken of er iets medisch speelt en je adviseren vanuit hun ervaring. Merk je dat de emotionele belasting te groot wordt? Aarzel niet om psychische hulp te zoeken, bijvoorbeeld bij een coach of psycholoog.
____